Vervoersmiddel naar keuze: auto/motor/olifant*
Door: Mahout Edwin
Blijf op de hoogte en volg Edwin
28 Mei 2007 | Indonesië, Batavia
Aan het begin van week 21 is er niet veel gebeurd wat de moeite van het vertellen waard is, we hebben ons voorbereid op een fieldtrip, wisten even niet wat we moesten doen toen het water uit de muur spoot bij ons huis (en er van de 8 inwoners geen één thuis was), geluncht met ikan mas (goudvis) en staan kijken naar een kitten dat een moedige (= domme) poging waagde om de straat over te steken. Toen hij drie rijstroken verder was en in de middenberm besloot om toch maar weer terug te lopen, waren zijn negen levens op en werd hij één met het asfalt. Survival of the fittest in Pekanbaru.
[23-05-2007]
Deze dag begonnen we aan een fieldtrip van drie dagen, bedoeld om meer informatie te krijgen over hoe de boeren over cassave denken, en hoeveel geld ze met een aantal soorten agricultuur verdienen (rubber, acacia, olie palm en cassave, iets waar ik nu vooral mee bezig ben). De twee nachten zouden we doorbrengen in het Flying Squad Camp in Lubuk Kembang Bunga, vlak naast het Tesso Nilo Nationaal Park. In dit kamp slapen een tiental mahouts of pawang (olifanten-trainers) en hun olifanten. Het kamp is opgezet door het WWF en men probeert hier om de overlast van wilde olifanten, die met enige regelmaat enkele oliepalmen of andere gewassen inkorten, te beperken met behulp van getrainde Aziatische olifanten. Hiervoor hebben ze de beschikking over twee stieren (Indro en Rachman) en twee koeien (Ria en Lisa). Aangezien de olifanten ’s nachts aan een lange ketting in het bos geparkeerd worden, zijn de vrouwtjes een makkelijk doelwit voor hitsige olifantstieren. Deze olifantenverkrachtingen hebben geleid tot één jong olifantje (Nela, de vader wordt nu Begal (= rover) genoemd) en een tweede zwangere koe (Ria).
Op weg naar het dorp reden we langs een politiebureau, waar 60 (!) vrachtwagens met hout stonden geparkeerd. Dit was allemaal in beslag genomen, illegaal gekapt, hout. Verderop een chauffeur van een vrachtwagen een agent zien omkopen (zie bericht Bukittinggi). Ik ben dan ook benieuwd wat er gaat gebeuren met het in beslag genomen hout, misschien mogen die vrachtwagens na een beetje geld onder de tafel ook wel doorrijden.
Onderweg naar het kamp zijn we nog even gestopt bij een ietwat karige toeristische attractie; een monument dat precies op de evenaar staat. Het dorp zelf heet equator, dat is nog eens makkelijk. Aangezien het al donker was toen we aankwamen, en dus weinig zagen, ging ik vol in de bagger staan, maar ieder nadeel heb ze voordeel; we hoefden niet te betalen aangezien de kaartjesknippers al naar huis waren. De GPS-meter die we bij ons hadden, gaf echter aan dat de evenaar ongeveer 30 meter noordelijker lag dan het monument, dus ik weet nu dat ik op de evenaar heb gestaan, alleen niet wanneer. Die nacht onrustig geslapen door mijn recent verkregen verkoudheid en een baziljoen muizen en andere beestjes.
[24-05-2007]
Donderdag bij het wakker worden bleek Carina al vertrokken om te kijken bij het wassen van de olifanten. Ik dus er erachteraan, maar ik was helaas net te laat. De olifant was al gewassen en vertrok enige minuten na mijn aankomst, met een mahout en een kerel op een crossmotor als escorte, richting het Tesso Nilo park op patrouille. Terug in het kamp bleken er echter meer olifanten vies, en aangezien de meeste mahouts die nacht tot een uur of vier engels voetbal hadden zitten kijken moesten ze nog vertrekken. Zodoende konden we, na een nasi-ontbijtje, allebei met een mahout meerijden op een olifant. Carina op een mannetje met vijf benen (Indra), en ik op het zwangere vrouwtje (Ria) met mahout Wakarsa. Het opstappen (is beklimmen) is eigenlijk best makkelijk; de olifant gaat zitten en je kan dan overal op gaan staan en je overal aan vasthouden, bijvoorbeeld aan een oor. De naam dikhuiden is echt goed gekozen. Het leek vrij makkelijk om op zo’n gigantische rug te blijven zitten, maar als een olifant eenmaal gaat lopen beweegt ineens alles onder je. Na een tijdje oefenen had ik het gelukkig wel door, en kon ik iets minder krampachtig genieten van het bos en hoe een olifant zich als een geluidsarme bulldozer zich daar door heen werkt. Ik had alleen wel een lange broek en schoenen moeten aantrekken, want ik heb nu mijn voeten en benen opengehaald aan olifantenharen, die net zo zacht zijn als een kokosmat, en stekelige planten. Het was het allemaal waard! Vooral het wassen zelf is erg leuk. De mahout stuurt de olifant het water in en laat hem daar zitten zodat ‘ie helemaal onder gaat, als je zelf niet zeiknat wil worden moet je wel op het moment suprème gaan staan, en het duurde even voordat ik deze uitleg in het Bahasa begreep. Als de olifant eenmaal onder is sta je dus met je voeten in het water op een olifant die je niet meer ziet, maar dan kan je hem wel goed wassen. Lekker water achter z’n oren plenzen en de steekvliegen van z’n rug spoelen. Bij het mannetje werden ook nog z’n tandjes gepoetst; de slagtanden worden geschrobd met zand. Toen iedereen weer schoon en fris was weer terug naar het kamp, ik voorop (= sturen, een duw tegen het linkeroor is naar rechts, ongeveer…), daarna geluncht in de kantine van RAPP, de papierfabrikant, ijsvogels gezien, en op de terugweg nog even gestopt om bij te praten met een paar parkwachters. Het aanbod van één van hun om even een stukje op zijn motor te rijden sloeg ik natuurlijk niet af, en ik heb lekker een stukje op zijn 160cc Honda door het bos gereden, het rijdt behoorlijk anders dan mijn eigen motor, maar zeker niet minder leuk!
Die middag hebben we twee boeren geïnterviewd, die samen oliepalm én rubber én cassave verbouwden wat ideaal was voor mijn onderzoek. De resultaten ga ik vanmiddag en maandag verwerken en ik ben benieuwd wat er uit komt.
Dan nu even een stukje binnenlandse politiek:
De bedoeling was dat we ook mensen uit een ander dorp, Bagan Limau, zouden interviewen, maar toen we woensdag onderweg waren kregen we te horen dat daar net die dag iemand van de overheid, die had geprobeerd om drie kettingzagen in beslag te nemen (vanwege illegale houtkap), in gijzeling was genomen met de kettingzagen als losgeld. Een ander dorp in de buurt, Air Hitam, was ook niet geschikt want dit dorp twist met Lubuk Kembang Bunga over de zeggenschap over Bagan Limau, en de mensen in dit dorp hadden eerder ook al conflicten gehad met het WWF. Al met al blijkt steeds weer dat de meeste dorpen rondom Tesso Nilo elk een eigen geschiedenis en handleiding hebben, en zorgen de gemengde belangen van papierfabrikanten, natuurbeschermers, malafide bestuurders en ik-wil-ook-brood-op-de-plank voor een hoop wrijving.
Aangezien er de rest van de middag dus geen mensen geïnterviewd konden worden, hebben we onszelf een beetje moeten bezighouden in het Tesso Nilo Flying Camp. Dani en Sam (WWF en Flying Squad) moesten die middag terug dus ben ik die samen met Muhdor, de chauffeur, wezen wegbrengen. Meteen maar de olie bijgevuld (olie erin, de lege fles gooi je zo achteloos mogelijk weg :D), benzine gehaald (eerste vijf liter van een straatverkoper, even zoeken want bij de eerste echte pomp was het op, de tweede had nog een beetje), water en beltegoed halen en in het donker weer terug. Het laatste stuk heb ik zelf gereden, wat wel even wennen is als je ineens aan de verkeerde kant zit, de versnellingspook links zit en je links moet rijden, en dat in een Indonesische Golf; de Toyota Kijang. Gelukkig rijdt er ’s avonds geen hond in het bos. Lekker gegeten, beestjes gezien (bidsprinkhanen, goliath kever, en veel anonieme krioelers, en ’s nachts heerlijk geslapen.
[25-05-2007]
Bij het ochtendgloren kon ik weer mee met het wassen van een olifant. Carina was me weer te snel af en dus al vertrokken. Ik ging deze keer met dezelfde mahout en Ria naar een andere wasplaats, die net in het échte tropisch regenwoud lag (de eerste lag tussen de acacia-plantages). Dit betekent ook dat Ria niet over redelijk begaanbare wegen, maar dwars door het oerwoud moest. Heerlijk door het moeras zompend, bomen vermorzelend met takken die de zonnebril van je hoofd hengelen, terwijl gibbons hun ochtendmelodietje kukelen. Halverwege hing er een slang in een woudreusje, mijn mahout was bang dat die naar beneden zou ‘springen’ dus nam hij een omweg. Ondertussen een Lucky Strike roken en kijken alsof je het al jaren doet; hoe Indiana Jones is dat!! Bij het wassen zelf verloor mijn mahout zijn olifanten-bestuur-stok, dus hij nam ineens zelf een duik om hem op te hengelen. Ook heb ik opstappen voor gevorderden geleerd; de olifant tilt zijn poot op en als je dan je voet op zijn knie zet lanceert hij je omhoog. De olifant laten zitten is voor kneuzen! Daarna Ria weer terug gebracht, in een nieuw stuk oerwoud geparkeerd met genoeg vers gras, en op mijn slippers door al die groene ellende weer terug geploeterd. Gelukkig werden we halverwege opgehaald door de pick-up van het WWF zodat mij de laatste honderden meters lopen, bedekt met modder en andere troep van onbekende origine onder de brandende zon, bespaard bleven.
Sam, de baas van het Flying Squad camp, had mij toegezegd dat ik nog even met het carbid-kanon mocht spelen. Dit is een soort regenpijp met een metalen bus eronder, waar carbid en water in gaan. Als je dan even wacht en er een vlammetje bij houdt krijg je een gigantische knal. Ze gebruiken deze dingen normaliter om de wilde olifanten te verjagen, en geef ze eens ongelijk; er komt echt een bizar harde knal uit!
Die middag wilde we in Segati, een ander dorp, nog wat interviews afnemen. De weg hiernaar toe loopt vlak langs het Tesso Nilo park, en is enkele jaren geleden aangelegd door RAPP. Tóen liep de weg nog door het oerwoud, maar door de aanleg van de weg werd het erg makkelijk voor mensen uit andere gebieden, de zogenaamde encroachers, om hier te gaan wonen en met de illegale houtkap een nieuw bestaan te funderen. Eerst zagen ze de woudreuzen om en verkopen die aan de papierindustrie, dan “slash & burn” totdat ze een mooi stukje landbouwgrond overhouden waar ze acacia, rubber of oliepalm op kunnen verbouwen. Het resultaat is kaalgekapte grond met af en toe in de verte een stukje groen. Een goede motivatie voor dit onderzoek, dat dan weer wel.
In Segati bleek de secretaris van het dorp, ons contactpersoon voor dit dorp, onvindbaar zodat we tijd hadden om te lunchen (aal uit het moeras, erg lekker!), tijd hadden om ringtones uit te wisselen, en tijd hadden om te realiseren dat het weer eens lekker traag ging. Toen de secretaris eindelijk arriveerde was het natuurlijk weer te laat voor interviews, dus heb ik alleen aan hemzelf enkele vragen kunnen stellen, en hebben we een afspraak voor volgende week kunnen maken. Dan staan er als het goed is tussen de 5 en 10 man klaar, we zullen zien. Erg druk kan en wil ik me er niet om maken, zo gaan de meeste dingen hier, en daar veranderen we weinig aan.
[26-05-2007]
Al het bovenstaande heb ik vandaag geschreven, de bedoeling was dat het een kort stukje zou worden, maar dat is weer niet gelukt. Waarschijnlijk doordat ik vandaag niet zoveel te doen heb of door de Kratingdaeng-S (= Red Bull, verkrijgbaar in acht versies). De wasvrouw doet een dutje op de vloer en ik ga een sinaasappeltje eten in de zon. Vanavond lekker naar de pizzahut!
[27-05-2007]
Vandaag met Ibu, haar dochter en neefje, Yudi en Carina naar de markt geweest dus ik weet nu hoe kippen en vissen worden geslacht. ’s Middags wezen bowlen met Yudi, Carina en Fina: de telefoniste van het WWF kantoor. Bowlen gaat eigenlijk net zoals in Nederland, alleen valt af en toe het apparaat uit.
Dat was het weer. Chapeau voor iedereen die tot hier is gekomen!
Hopelijk vond je het leuk om te lezen, en voor iedereen die tot nu toe heeft gereageerd: bedankt voor de leuke reacties!
Selamat tinggal!
PS: Ik heb een Indonesisch mobiel nummer dat eindelijk goed werkt: +62 813 6996 4508.
-
28 Mei 2007 - 03:35
Carina:
Volgens mij ben ik nu de eerste die jouw stukje leest! Leuk geschreven en vast een verassing dat ik ook jouw dagboek bij lees!
En ja, het is wel duidelijk dat ik constant het eerste wakker was: wat echter voor jou goed uitpakte, aangezien jij werkelijk 'inside' Tesso Nilo NP bent geweest en ik helaas niet.
Maar.. ik heb daarentegen wel een wilde achtervolging van een 3-maanden jong olifantje - gevolgd door een moederolifant - achter de rug, wat natuurlijk ook best spannend is!
Succes verder met werken (al kan ik het je ook 'zeggen', aangezien je tegenover mij zit!)
Groetjes! -
28 Mei 2007 - 07:08
Gis:
Ja hoor, een kort verhaal! Ha! Lukt je toch niet! ;) Ik word wel heel jaloers zo, het klinkt allemaal wel erg gaaf! En maak je geen zorgen over de illegale houtkap, daar ga jij toch een eind aan maken? :D Kusje! -
28 Mei 2007 - 08:39
Maria Broekhuijse:
Je kunt je hart ophalen aan cultuur ,maar ook aan manieren van leven.
Geduld is een schone zaak, maar intussen beleef je daardoor ook bijzondere dingen.
Groeten
Maria en Wim -
28 Mei 2007 - 11:00
Ilse:
Gaaf! Gaaf! Gaaf!
Liefs
x
Ilse -
28 Mei 2007 - 12:20
Pauline:
haha cool! een ervaren olifantenberijder! als je straks terug komt in NL ga je je nog vervelen! doet coole dingen daar! haha die wc ziet erook uit als n belevenis ;) veel plezier nog!xx -
04 Juni 2007 - 21:16
Peter Besseling:
Ik kijk vol verwachting uit naar het vervolg op deze klifhanger! Peter
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley